Responsive image

Deel II ALGEMENE RAPPORTAGEVOORSCHRIFTEN

Download de app voor meer functionaliteit.

Deel II ALGEMENE RAPPORTAGEVOORSCHRIFTEN

1. Een Groepsentiteit die fiscaal ingezetene is van een lidstaat en die niet de Uiteindelijkemoederentiteit van een MNO-Groep is, dient een landenrapport in met betrekking tot het Te Rapporteren Boekjaar van de MNO-Groep waarvan zij een Groepsentiteit is, als aan de volgende criteria is voldaan:

a) de entiteit is fiscaal ingezetene van een lidstaat;

b) één van de volgende punten is van toepassing:

i) de Uiteindelijkemoederentiteit van de MNO-Groep is niet verplicht om in het rechtsgebied waarvan zij fiscaal ingezetene is, een landenrapport in te dienen;

ii) in het rechtsgebied waarvan de Uiteindelijkemoederentiteit fiscaal ingezetene is, geldt een lopende Internationale Overeenkomst waarbij de lidstaat partij is, maar er is geen in werking zijnde Adequate Overeenkomst tussen Bevoegde Autoriteiten waarbij de lidstaat partij is op het in artikel 10, lid 1, bedoelde tijdstip waarop het landenrapport voor het Te Rapporteren Boekjaar moet worden ingediend;

iii) de lidstaat heeft de Groepsentiteit die fiscaal ingezetene is van die lidstaat, in kennis gesteld van een Systematische Nalatigheid van het rechtsgebied waarvan de Uiteindelijkemoederentiteit fiscaal ingezetene is.

Onverminderd de in artikel 10, lid 1, bedoelde verplichting van de Uiteindelijkemoederentiteit of van haar Surrogaatmoeder-entiteit om het eerste landenrapport voor het boekjaar van de MNO-Groep dat begint op of na 1 januari 2016 in te dienen, kunnen de lidstaten besluiten dat de verplichting voor de in punt 1 vermelde Groepsentiteiten van toepassing is voor de Te Rapporteren Boekjaren die op of na 1 januari 2017 beginnen.

Een Groepsentiteit die fiscaal ingezetene is van een lidstaat als omschreven in de eerste alinea van dit punt, verzoekt haar Uiteindelijkemoederentiteit om haar alle nodige informatie te verstrekken teneinde te kunnen voldoen aan de verplichting een landenrapport in te dienen overeenkomstig artikel 10, lid 3. Indien deze Groepsentiteit ondanks dat verzoek niet alle nodige informatie heeft ontvangen of verkregen om voor de MNO-Groep te rapporteren, dient deze Groepsentiteit een landenrapport in met alle ontvangen of verkregen informatie in haar bezit, en stelt zij de lidstaat waarvan zij fiscaal ingezetene is, ervan in kennis dat de Uiteindelijkemoederentiteit heeft geweigerd de nodige informatie ter beschikking te stellen. Dit doet geen afbreuk aan het recht van de betrokken lidstaat om de sancties waarin zijn nationale wetgeving voorziet, toe te passen; deze lidstaat stelt alle lidstaten in kennis van deze weigering.

Wanneer meer dan één Groepsentiteit van dezelfde MNO-Groep fiscaal ingezetene is van de Unie en één of meer van de voorwaarden in punt b) zijn vervuld, kan de MNO-Groep één van die Groepsentiteiten aanwijzen om in overeenstemming met artikel 10, lid 3, binnen de in artikel 10, lid 1, vermelde termijn het landenrapport met betrekking tot een Te Rapporteren Boekjaar in te dienen, en om de lidstaat ervan in kennis te stellen dat zij daarmee beoogt te voldoen aan de documentatieverplichting van alle Groepsentiteiten van die MNO-Groep die fiscaal ingezetene van de Unie zijn. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, bezorgt die lidstaat het ontvangen landenrapport aan alle andere lidstaten waar, blijkens de informatie in het landenrapport, één of meer Groepsentiteiten van de MNO-Groep van de Rapporterende Entiteit fiscaal ingezetene zijn of aan belasting onderworpen zijn met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten die via een vaste inrichting worden uitgeoefend.

Wanneer een Groepsentiteit niet alle nodige informatie kan ontvangen of verkrijgen om overeenkomstig artikel 10, lid 3, een landenrapport in te dienen, komt zij niet in aanmerking om te worden aangewezen als Rapporterende Entiteit voor de MNO-Groep, overeenkomstig de vierde alinea van dit punt. Deze regel doet geen afbreuk aan de verplichting van de Groepsentiteit om de lidstaat waarvan zij fiscaal ingezetene is, ervan in kennis te stellen dat de Uiteindelijkemoederentiteit heeft geweigerd de nodige informatie ter beschikking te stellen.

2. In afwijking van punt 1, indien is voldaan aan één of meer van de in punt 1, onder b), beschreven voorwaarden, hoeft een in punt 1 bedoelde entiteit geen landenrapport met betrekking tot een Te Rapporteren Boekjaar in te dienen indien de MNO-Groep waarvan zij een Groepsentiteit is, een landenrapport met betrekking tot dat Boekjaar overeenkomstig artikel 10, lid 3, ter beschikking heeft gesteld via een Surrogaatmoederentiteit die dat landenrapport uiterlijk op de in artikel 10, lid 1, vermelde datum heeft ingediend bij de belastingautoriteit van het rechtsgebied waarvan zij fiscaal ingezetene is; indien de Surrogaatmoederentiteit fiscaal ingezetene is van een rechtsgebied buiten de Unie, moet bovendien aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

a) in het rechtsgebied waarvan de Surrogaatmoederentiteit fiscaal ingezetene is, moeten landenrapporten worden ingediend conform artikel 10, lid 3;

b) in het rechtsgebied waarvan de Surrogaatmoederentiteit fiscaal ingezetene is, is een Adequate Overeenkomst tussen Bevoegde Autoriteiten in werking waarbij de lidstaat partij is op het in artikel 10, lid 1, bedoelde tijdstip waarop het landenrapport voor het Te Rapporteren Boekjaar moet worden ingediend;

c) het rechtsgebied waarvan de Surrogaatmoederentiteit fiscaal ingezetene is, heeft de lidstaat niet in kennis gesteld van een Systematische Nalatigheid;

d) het rechtsgebied waarvan de Surrogaatmoederentiteit fiscaal ingezetene is, is uiterlijk op de laatste dag van het Te Rapporteren Boekjaar van die MNO-Groep door de Groepsentiteit die fiscaal ingezetene van dat rechtsgebied is, in kennis gesteld van het feit dat zij de Surrogaatmoederentiteit is;

e) overeenkomstig punt 4 is een kennisgeving aan de lidstaat verstrekt.

3. Een lidstaat verzoekt alle Groepsentiteiten van een MNO-Groep die fiscaal ingezetene van die lidstaat zijn, om hem ervan in kennis te stellen of zij de Uiteindelijkemoederentiteit, de Surrogaatmoederentiteit of de in punt 1 aangewezen Groepsentiteit zijn, en dit uiterlijk op de laatste dag van het Te Rapporteren Boekjaar van die MNO-Groep. Een lidstaat mag die termijn verlengen tot en met de laatste dag van de termijn voor de indiening van een belastingaangifte van die Groepsentiteit voor het voorafgaande boekjaar.

4. Indien een Groepsentiteit van een MNO-Groep die fiscaal ingezetene van een lidstaat is, niet de Uiteindelijkemoederentiteit of de Surrogaatmoederentiteit, noch de in punt 1 aangewezen Groepsentiteit is, verzoekt de lidstaat die Groepsentiteit om hem in kennis te stellen van de identiteit en de fiscale vestigingsplaats van de Rapporterende Entiteit, en dit uiterlijk op de laatste dag van het Te Rapporteren Boekjaar van die MNO-Groep. Een lidstaat mag die termijn verlengen tot en met de laatste dag van de termijn voor de indiening van een belastingaangifte door die Groepsentiteit voor het voorafgaande boekjaar.

5. In het landenrapport is de valuta van de in het rapport opgegeven bedragen vermeld.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.